Cygnus


Een witte zwaan zwemt in het rond
en in de spiegel van het water
zie ik zijn hals opnieuw gekromd,
en verderop, en even later,
zijn evenbeeld dat naderkomt
met zacht, wat droef gesnater.

In mijmering hier staande
vraag ik me af of zwanen,
zo statig over 't water gaande,
zich hoger dan de mensen wanen,
zo smetteloos gekleed - zo wit
als er geen mens een ziel bezit.

Of soms hun ranke halzen zwaaien
naar iemand aan de waterkant
- en vragen of het mag verwaaien,
het denken uit het mensenland,

opdat ik eens, opeens kan zien
dat zomaar in de rondte varen
als een zwaan dat doet misschien
iets dieps in mij weet te bewaren,

een glimp van de verwondering
zelf zwaan te zijn, zo'n wonder ding.

Reacties