Eeuwig



Soms duurt de zomer eeuwig lang
zoals vandaag, en in de tuin gezeten,
dan zie ik boven 't dagelijks weten
het bloemetjesbehang.



De papaver, wiegend als een kind,
weet blad en bloem te sparen
vol meebewegen met gebaren
dat spot met een teveel aan wind.

De fuchsia, haar hangend carillon,
het doet me in de rondte kijken,
hoe ver, tot waar de klanken reiken
als ik haar lofzang horen kon.

De roos, geklommen langs de muur,
knikt minzaam naar mijn kant,
vertelt me zwijgend van een land
dat ooit vergaan zal op den duur.

Tot slot zie ik tussen gras
een vergeet-me-nietje staan,
pips en verlegen achteraan
alsof zij echt vergeten was.

Hoewel niet alles eeuwig duurt,
hoe rijk en groen is toch mijn dal
met een dag waarop ik weten zal
wie ons de bloemen stuurt.

Reacties