Knikkers


Spelend met knikkers in het rond,
groef ik een cirkeltje in 't trottoir,
de mooiste kleuren die je vond,
werden geruild onder mekaar.

Mijn kinderhand was gauw gevuld
en het geluk lag toen op straat
zodra er één in je buideltje gaat,
waar ieder kind van smult. 

Nu droom ik lopend gewoon voorbij,
dat jonge grut bij een portiek,
zo klein gehurkt en zij aan zij,
zo in het spel en zo ludiek.

Toch knijp ik dan mijn ogen toe
en wil vooral niet weten hoe
de zakken van mijn broek
zo leeg zijn met de knikkers zoek.

Reacties