Goethe

Wachtend op de verlaten halte
en leunend tegen de tijd die rest
totdat de bus verschijnt,
kwam de gedachte boven dat ik best
eens Goethe wilde zijn.

Fier en voornaam was zijn gestalte,
het beeld van de universele mens,
zo zag 'k hem staan, hier op de halte
en voelde weer die oude wens

niet de middelmaat te zijn, of klein,
niet steeds te kijken of de bus al komt,
maar in die tijd van al het wachten
een te zijn met zijn gedachten,

die verder dan de sterren reiken,
het wezen van het Zijn bevragen
tot aan 't einde van zijn levensdagen,
zoals uit zijn werk mag blijken.

Zijn duizend lovende gedichten,
zijn reizen, boeken, studies - geniaal,
die heel Europa toen verlichtten
- en torenhoog zweefde zijn taal.

Zo op de bus te mogen wachten
in het raderwerk van de planeten,
en dan, zoals Goethe het zou weten,
dat hij komt om kwart voor achten.

Reacties