Gedicht


Eens heb ik een gedicht gehoord,
't leek haast een zonder woorden.
En toch verstond ik ieder woord
en danste mee op de akkoorden.

Ik dacht het zal de wind wel zijn
die ruisend door de bomen gaat,
en zonder woorden met me praat
over het wonder van het zijn.

Of zijn 't de sterren die er zweven,
zo eindeloos ver en recht omhoog
dat eens mijn ziel ten hemel toog
en het gedicht in mij doet leven?

Ik dacht, toen ik je voorbij zag gaan
in de schoonheid van het middaglicht,
het vers te zien in je gezicht
en 't geheim voor altijd te verstaan.

Maar eerder dan alleen de wind
die het gedicht blaast door de bomen,
of dromen van een sterrenkind
om het nabij te komen,
eerder dan een mooi gezicht
dat woorden spelt uit het gedicht,

werd eens het vers geschreven,
nog zonder woorden als een lied
aan iedereen die het weer ziet,
als een geschenk gegeven.

Reacties