Renoir

Bij tijd en wijle, en onverwacht,
doemt er een wereld in me op 
gelijk een droom, groen als smaragd,
als een Renoir die naar me lacht
met lentebloemen in de knop.

Een tafereel met voorjaarswind,
een vrouw gezeten in het gras
tezamen met haar spelend kind,
zo wil het dat mijn droom begint
alsof ikzelf de schilder was.

't Landschap is verzengd door zon,
haar parasol een lichtend feest
en als een ruiker haar japon
waarvan ik enkel dromen kon
wanneer ik wakker was geweest.

Zie ik een droom recht in 't gezicht
of toont zich hier de werkelijkheid
nabij gekomen door het licht
dat strelend langs haar heupen ligt,
verheven boven tijd?

Er moet iets zijn dat ik zo staar,
zo roerloos in het niets verdwijn
bij schilderijen van Renoir
en heimwee in mezelf ervaar
naar een geluk dat wilde zijn.


Reacties