Avondbries


Op tijd, voordat de nacht me grijpt
omdat ik moe ben, stilaan versleten,
laat ik mezelf met strofen weten
dat diep in mij een inzicht rijpt.

Een licht vermoeden doet zich voor
bij het verstrijken van de tijd,
dat ik een vleugje eeuwigheid
in het ruisen van de bomen hoor.

Ook denk ik dat een zachte bries
iets meebrengt vanuit verre oorden
en meevoert wat eens als verlies
te groot was voor gewone woorden.

Een mooi gevoel vertelt me dan
dat alle goedheid van het leven
in geen eeuwigheid verwaaien kan,
al werd het maar zo kort gegeven.

Alsof de schepper me wil zeggen
hoe groots het is een mens te zijn,
maar dat alleen de wind het ambrozijn
als een geheim weet uit te leggen.

Reacties

Een reactie posten