Zen

 

De zomeravond kruipt stil binnen,

nog is de lucht een blauw gewelf,

hoog tijd is het me te bezinnen,

het gras groeit hier vanzelf.

 

De bomen hangen vol met lover

omringd door kleur en zomergeur,

de vlinderstruik buigt iets voorover

links naast de keukendeur.

 

Ik lees een boekje over Zen,

of hoe ik met de minste woorden

ontdekken kan wie ik wel ben

te midden van de aardse oorden.

 

’t Is net of Lao Tzé wil zeggen

dat schoonheid op een avond laat

me hemelhoog te boven gaat,

dat ik mijn pen dien neer te leggen

 

alleen nog maar om rond te kijken

naar ’t gras, de vlinderstruik en meer

en boven ’t denken uit te reiken,

mezelf vergetend voor een keer.

 

Als groentje valt dat heus niet mee,

met geisha’s die al rond me zweven,

doen denken aan een wufter leven

rondom een kopje groene thee.

 

 

Reacties

Een reactie posten