de Roest

 


Op de gronden rond een oude streek (ode aan DE ROEST)


Die dag was er niet veel werkzaamheid
en de zomer doofde een lome dag op het land.
 
Stemmen galmden over het bleke water van de Meir
terwijl stuifmeel de oppervlakte bepoederde.
Overal gonsden de bijen, hingen populieren
tegen mekaar en strooiden met sluiklicht
hun schaduwen vooruit. De Zwarte Beek boog
een beetje terwijl het dorp in den einder
lag te walmen achter de akkers, als een lied
dat het landleven tussen de bloemende velden vlocht.
 
Vader zwierf hier jaren en jaren met oog voor alles,
knielde voor kruid en plant, minutieus registrerend
het rijke land Roest aan de bovenkant van den Heuvel.
 
Op de zandgrond ploegde een boer diep
voorovergebogen zijn resterende jaren omver.
Uit de lucht vielen te hooi en te gras vogels
op de schots en scheef staande paaltjes rond een wei.
Er was kleinschaligheid om hem heen, er was
evenwicht tussen mens en natuur, het voelde
alles als een gezond groen akkerland.
 
Wandelde je maar met hem mee, de Roestpaden af,
aanschouwde je het coulissenlandschap
en de kleine poelen, luisterde je naar de stilte,
naar het zand dat tegen de boomvoeten waaide.
Wandelde je maar mee, vraag waar de paardenbloemen
stonden en pluk een blommeke, voel de sporen onder je voeten
van eeuwenoude paadjes. Rust dan tegen een boom
en gebruik je hart om hem je vreugde uit te leggen,
tot aan het avondeten.
 

Reacties

  1. Je beschrijft een mooi natuurgebied.
    Ik zou er willen wandelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De streek van mijn jeugd Hilly. Mijn vaders thuis was er en hij leerde broer en mij rond te kijken in de natuur.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten