Eiland

Zwijgend voortgelopen in het bos,
een korte stoet naar graf en zerk
voorbij de schaduw van de kerk,
winters de grond, geen blad of mos.

Wat toch te zeggen aan het graf
nu ieder bij de bloemen staat
in plechtig zwart als doodsgewaad,
uit eerbetoon met hoofddeksels af.

Wanneer ik zoek een passend woord
om hem te loven als een vriend
die deze dag niet heeft verdiend
onder de regen in dit oord,

dan stokt mijn adem als ik voel
hoe zelfs een naaste me ontgaat,
hoe ver een mens nog van me staat
terwijl ik het toch goed bedoel.

Een vriend, zeg ik, is heengegaan
en nimmer zullen wij vergeten.
Maar toch heb ik mezelf verweten
hem nooit eens dieper te verstaan.

Want als een eiland is de mens
met onbekende, verre kusten
die onbereikbaar naast hem rusten,
hoezeer ik het ook anders wens.


Reacties

Een reactie posten