station

Ik zit wat voor me uit te kijken
in 't buffet van het station
met aan de einder villawijken,
hun witte huizen met gazon.

Het lijkt hier eerder een kantine
met pintjes en gevulde koek -
en achter 't glas van de vitrine
niet eens een ober die ik zoek.

Hoe vaak niet ben ik in gedachten
een reiziger van groot formaat,
een zwerver die naar Irkoetsk gaat
en geniet van 't lange wachten,

de steppen langs ziet glijden
alsof hij wereldreiziger was,
die tuurt door half beslagen glas
en meedeint op het rijden,

'n mens verknocht aan een planeet
die onderweg naar niemandsland
van elk station de naam vergeet
zoals dat past bij een passant.

Toch fijn dat ik nabij weer hoor
het zacht gedender van de trein,
dat aankomt op het juiste spoor
voor mij om passagier te zijn

om straks weer thuis te komen
waar ik m'n huis en haven zoek,
ondanks mijn ongebreideld dromen
voorbij een biertje en een koek.


Reacties

  1. Leest heel prettig de rijm in dit gedicht.
    We reizen in dromen, waar naar toe...

    Irkoetsk vind ik wel wat ver:)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ken nog leuke plaatsjes dichter bij huis, Hilly... Neem plaats naast me... De trein vertrekt zó! 😉

    BeantwoordenVerwijderen
  3. dank je K., hoor... ze roepen onze trein om. maak je klaar!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten