Kameel






Nooit kijkt hij naar het land
dat voor zijn voeten stuift,
hij weet de wereld onder zich
al is het slechts van zand
en houdt zijn blik omhoog gericht
op horizon en vergezicht.

Zijn ogen zijn een groot geheim
waar woestijnen in verdwijnen,
de rust ervan, de diepe glans
vertellen van een hoger licht
dat altijd doet verbazen
wanneer hij schrijdt in een kadans
op zoek naar zijn oasen.

Twee bulten met een watertank,
is wat ik nuchter, nuchter denk,
maar wil ik zoeken, dieper gaan,
dan kom ik bij een koning uit,
gekroond en van de karavaan.

Reacties

Een reactie posten