G.A.




De wind en haar kleren lagen nog saam 
maar het was al over; 
ergens tegen de sterren aan 
sloeg het raadsel uiteen, maar wie gelooft er 
dat het hiermee eindigt, wat zo begon 
dat het de elementen verzamelen kon 
in énen greep, binnen één bloed? 
wat zo begon 
dat ik het zelf niet geloven kon, 
dat ik niet wist waarom het begon 
dat het niet anders eindigen kon 
dan in de eeuwigheid.


Eens op een dag kwam ik ze tegen:
woorden als monumenten bij elkaar -
als van hogerhand aaneengeregen,
gekregen van een bewonderaar.

Oog in oog ermee, ik weet nog hoe
het eerste vers mij diep zou raken,
de hoogste dijken in mij braken
met levend water naar me toe.

Voor het verstand niet te bevatten,
het bereik dat hij aan woorden gaf.
Diep borend in de aardse schatten
zocht hij haar tot in het graf.

Om eens haar ziel opnieuw te winnen
en zij terug zou keren uit de dood,
waarna het vers weer kon beginnen
over een geluk dat eens ontsproot.

Toen ik 't had gespeld en nagelezen,
keek ik verbijsterd voor me uit,
zei zacht dat het niet waar kon wezen,
zo'n bruidegom en bruid.

Daarna belde ik naar kantoor,
vertelde voorlopig niet te komen
- en stamelde ertussendoor
een vers aan Achterberg ontnomen.

Reacties

Een reactie posten