morgen als vreemden - trilogie deel 2

Nu zeggen we zeker
niet meer wat we denken
we zullen op mekaar
niet slaan

ruiten bedampt
lucht geladen
scheelvermoeide ogen
overspannen handen

transmontane vrouw
wilde je werkelijk de stieren
van de schepping ringen
dacht je dat ik te herleiden was
tot een zaadbal en een glimlach

moest ik enkel
jouw krampschenker zijn

mij niet verder kenbaar maken

bond ik hier dan slechts
bellen aan een kat
een heimelijke en gerespekteerde
deerne

verend als een kaper
naast de dronken god

echte katers laten niet
op zich wachten
zoet is de wraak
van mijn heengaan
ik haat je niet
in februari

Reacties

  1. hoe diep de pijn grijpt in de kloof van meer dan vervreemding....prachtig doorheen de pijn geschreven!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten