zomaar wat dichter zijn

in het tweelicht
van mezelf
besluip ik
met dolk en knots
de hypokriete woorden
van een dode taal.

en als ik dan
in 't schemeren
van de morgen
naar de opbrengst
van mijn strooptocht kijk
breekt mijn droom
tot zielig stamelen
in de armoe
van de buit.

Reacties