winter/zomer

mijn naam is winter
waar meest mist
om mijn geest slaapt
en ik, tastend in het gras,
naar trage blanke woorden huiver.

mijn adem
blijft geen kringen maken op het water.

een witte zon
trekt snuiten in het water
en bomen reikhalzen naar me
tot aan mijn venster,
bladeren zijn mals en groen.

mijn hart
gaat lang-
en eenzamer vallen.

Reacties