wie is hij

wie is hij die zichzelf niet kent,
en aan de vogels vragen moet de naam van zijn geweten,
de huidskleur van zijn voeten,
en de aciditeit van eigen lichaamsgeur?

wie is hij die de muren van de stad
aan grenzen bouwt die hij vernielen kan?
wie loochent niet het irrigatiestelsel
dat van zijn tuin een diamant van sterlicht maken kan,
zogauw de honden van de rede
zijn sjofele kluis bekwijlen?

wie kent zichzelf
die weet hoe vogels branden in de lindenbomen rond je naakte lichaam,
omdat zij van siberisch kogelzaad
de hoge voedingswaarde niet erkennen?

wie herinnert zich het zweefzaad dat hij was en is,
de duif waarmee hij nestelt
achter die of gindse kathedraal?

wie kent zichzelf en weet dat man en vrouw
in droomgebieden groeien,
maar dat hun samenzijn en -komen
de dagkant zijn van ieder sterkgeschreven wolkenatlas.

wie is hij die zichzelf wil zijn,
een boom, een bos, een toekomst,
maar moet weten dat een vrouw een bedding is,
maar nooit het lichaam van de stroom,
hij weet hoe aan het raderwerk,
proces en tijdbom van met haar te leven,
tijdig verzaakt moet worden.

hij, die zichzelve kent, moet beter weten dan ieder ander,
dat zijn kennis een handpalm is om te strelen,

maar niet de rilling door de rug,
de liefkozing der vingers aan elke wervel
tussen heiligbeen en nek,
de tong, die in het schaamhaar nestelt tussen nu en morgen,
en straks aan vroeger bindt,

maar als een souverein genot
en hopelijk van gedeelde vreugde.

Reacties