mezelf tot vijand gekozen

Zij staat in mij, midden in mijn wervelzuil,
om van mij vriend én vreemdeling te maken.

zij heeft mij - zwaluw - uit het nest gehaald
zólang vóór het seizoen;
de oksels en schede met krullend haar bedekt
zólang vóórdat het kleed
het licht der naaktheid doet ontluiken.

zij heeft mijn vleugels aan de lenden opgeplooid,
mijn vluchtbereik met mes en bijl besnoeid,
de ogen toegemetseld,
tot mij alleen de driehoek van het meisje rest,
geen schaduw mij verbergen kan
voor mijn gestrekte zaad- en vlammenspuwer.

vlammen, die flarden zijn van uitgerukte tongen,
en zaad dat zich een uitweg baant
uit boordevolle oorlogsmagazijnen.

Reacties