Weerzien

Als door het rechter raamkozijn
de duinenrand zich kenbaar maakt,
met lichte toets de hemel raakt
en meewiegt met de trein,

en met de zeelucht een odeur
als een parfum wordt aangereikt,
dan is er iets dat niet meer wijkt,
zoals geluk in zee-majeur.

Met aan de horizon de einder wijd
in tinten blauw in kleur gevat,
dan denk ik weer te weten dat
ik kijk tot in de eeuwigheid.

En zie, het strand ligt zonneklaar
languit in okerdun gewaad,
verleidt stil zijn bewonderaar
die turend in een duinpan staat.

Dan ga ik mee en naar benee
en hoor een oer en oud geluid,
iets zo bekend, iets van de zee,
en zing het mee, en zing het uit.

Reacties