Vlieger

Een kruis van bamboe met papier,
mijn aanloop op het lege strand,
't was eens het summum van plezier
in straffe wind, mijn vliegerland.

Met handen vol stond ik te kijken
hoe 't touw zich spande naar omhoog,
naar het gezicht dat wilde reiken
tot mij - en tot de hemelboog,

dat op mij neerkeek en maar lachte,
een grijns die 'k zelf geschilderd had
op 't perkament met de gedachte
van een geluk, zo hoog - en dat,

wanneer ik later dan zou kijken
naar wolken vliedend langs het strand,
voor mij het altijd weer zou lijken
op eens die lach, hoog boven 't zand.




Reacties

Een reactie posten