weldoener


Onlangs heb ik iemand ontmoet
die zomaar bloemen aan haar gaf,
en niet een muntje, zoals men doet,
voor een grote boodschap of een plas,

terwijl ze als toiletjuffrouw
zo diep verdrietig zat, haar witte jas
zo moedeloos, zo vaal van rouw
omdat haar man gestorven was.

Haar ogen staarden voor zich uit
lang de witte rij van deuren,
een spons, een spuitbus tegen geuren,
enkel wat muntjes maakten geluid.

Die stille gevers, ik geef om hen
en hou ze steeds in mijn gedachten,
omdat, als ik ooit die ander ben
tussen de kale tegelwanden,
ze me met warmte zullen achten,

wetend dat elk en iedereen,
ineengedoken en gebroken,
er zomaar kan belanden,
enkel een schoteltje om handen.

Reacties

Een reactie posten