Ik weet het best, 't is al vaker gezegd,
hoe iedere spin zijn tere eitjes legt,
alsook het achterlijf waaruit verschijnt
ragdunne schrikdraad die de tuin omheint.
Zovelen vóór mij hebben al geweten
dat ieder web een kanten kleedje lijkt
als zonlicht langs het kunstwerk glijdt
met in 't midden hare majesteit gezeten.
'k Geef het toe, 't lijkt op dichterlijk gezeur
nog langer stil te staan bij deze acrobaat,
die draadjes last als een jongleur
en in de wind haaks op de wereld staat.
't Is onbekend of z' in eigen web gevangen is,
of vrijheid proeft met kleefdraad naar omhoog,
geen weet heeft van geluk of een gevangenis,
of droefheid kent als iets haar web ontvloog.
Maar heel vervelend moet het zijn
wanneer ik 't spinrag ben vergeten,
onwetend wandel dwars door haar domein
met heel het web uiteengereten.
Maar nee, niet in haar wiek geschoten,
begint ze opnieuw - en onverdroten.
Reacties
Een reactie posten