Doorgaan naar hoofdcontent
De mensen staan
op hem te wachten,
vol ongeduld waar
hij toch blijft,
waarom en zo,
waarom te laat,
terwijl er
aangegeven staat:
hij komt kwart
voor achten.
Genietend van het
ochtendlicht
dat benedenvalt
zo transparant,
hou ik van iets
verlate treinen
die de rails tot
uit het zicht
in ’t zonlicht doen
verschijnen,
onder de kap die
mij omspant.
Als in ’t theater
sta ik te kijken
naar seinen die
op rood of groen
te pinken staan,
terwijl ik hoor
dat alle wissels
het nog doen,
en alles nog wil
lijken
op Marklin, eens
mijn kinderspoor.
Er ligt een
wonder in besloten,
dat tijd die
wachtend hier verglijdt,
iets weg heeft
van een eeuwigheid
alsof de trein
niet meer bestaat
en iets in mij
veel verder gaat
dan aan ’t perron
ontsproten.
Het heeft wat een perron, een trein.
BeantwoordenVerwijderenLeuk gedicht.
heel vaak meegemaakt, Hilly... dat wachten op ;-), maar als het weer meeviel...
BeantwoordenVerwijderenprachtig, telkens weer, hoe jij een diepe laag weet te leggen in jouw gedichten.
BeantwoordenVerwijderenAl wachtend komen-soms- wat gedachtend-traag de woordjes K. Fijn je steeds meetlippen.
BeantwoordenVerwijderenSorry, meeglippen... Met gsm soms hallucinant...🧐😔
BeantwoordenVerwijderen