Volop herfst is 't nu op de buiten,
Eenzaam loopt een haas, dit jaar geboren
en wind zit zomaar iets te fluiten.
Dit aanblik kan mij toch niet zo bekoren.
In de velden was het volop maïs rijden,
de tractors klonken woest en ver.
Wie kan mijn kleine weemoed verblijden,
nu licht vervaagt en nergens meer een ster
in de hemel straalt. Op stal staan al de koeien,
die hoesten niet meer in het natte gras,
en waar konden wij als kinderen stoeien,
weet ge nog, broer, hoe leuk het vroeger was
aan ons kleine huis, spelend tussen struiken?
Moeder riep ons voor het avondmaal
dat wij van ver al konden ruiken,
vader stond te lachen in 't portaal.
Weet ge nog? Daar dreven onze blije jaren,
en nu Allerheiligen, Allerzielen. Op uw graf,
ouders lief, dansen nog wat bruine blaren.
En hoe ver zijn wij van u nog af?
prachtig gedicht...heel mooi opgebouwd, laagje voor laagje tot een compleet beeld van het liefhebbend hart wordt getoond...
BeantwoordenVerwijderendank voor je hartkloppende woordjes steeds , k.
BeantwoordenVerwijderenBijzonder mooi!
BeantwoordenVerwijderenhet is er de tijd voor , Sutterke, een efforke plegen... dank voor je appreciatie.
BeantwoordenVerwijderenIn de stilte van de herfst nadenken, herinneren.
BeantwoordenVerwijderenWat een prachtig rijmend gedicht.
het is er de herfst voor, hilly, samen met de verkleurende en vallende bladeren...
BeantwoordenVerwijderen